Kimske denkt er het hare van...

Secondelijm

We kennen ze allemaal wel. Die nét iets te kleine tubetjes lijm. ‘Superlijm’, beter bekend als secondelijm. Zo’n tubetje waarvan we allemaal weten: die geef je níet aan kinderen. Gewoon niet doen. Nooit.

En daar gaat het dan mis. Want dan komt je kleuter met haar lievelingspotlood, waar een gummetje van afgegaan is. Dat kan ze heus zelf fixen. Met dat kleine tubetje.

Inmiddels weet je als moeder een aantal dingen:

  1. Kind stopt pas met jengelen als de gum op ‘lievelingspotlood’ zit.
  2. Een gum blijft niet plakken met secondelijm
  3. Als je het probeert zal het kind het uiteindelijk accepteren dat die gum er nu eenmaal af is.
  4. Je laat je kind niet met het tubetje lijm prutsen.

Zo’n vraag komt ook altijd ongelegen. Voor je het weet gris je tussen de bedrijven door dat tubetje uit de handjes van je spruit. En daar gaat het mis. Want dat *@#^)!!* tubetje is ALTIJD te klein. Dopje eraf, lukt niet. Dat dopje is beveiligd, tegen kinderhandjes. Maar te klein voor grote-mensen-handjes. Met je tanden draai je dat dopje open. Als je geluk hebt, was de tube nog geseald. Anders zijn nu je lippen geseald.

Die mazzel is van korte duur, want nu moet je met je volwassen vingers, dat dopje ín het folietje prikken. Uiteraard zit dat tubetje ramvol, waardoor alles eruit spuit. Op je vingers, handen en weet ik waar meer. Maar niet op de potlood. Je tubetje is namelijk leeg.